Welkom

Een korte kennismaking met onze Gilde

Zoals in andere steden, hadden de Brugse kruisboogschutters tot taak de orde te handhaven en zowel binnen als buiten de stad de veiligheid van de bevolking te verzekeren. In tijden van oorlog en oproer vormden zij, omwille van de degelijkheid van het wapen, de keurtroepen van het leger.

Hun schietoefeningen hielden zij gewoonlijk in de nabijheid van de stadswallen. Te Brugge gebeurde dit aan de “Molenwal” tussen de Dampoort en de Kruispoort. Bij de opname van een nieuw lid of confrater, ook “gezel “ genoemd, diende deze laatste te bewijzen dat hij een waardige kruisboogschutter was. Hij diende tevens de eed  van trouw aan de reglementen en de statuten der gilde af te leggen. In het begin van de 14e eeuw, gebeurde deze ceremonie in de Sint-Pieterskapel in de Keersstraat.

Later had de Brugse gilde haar eigen “Hof “, dat bestond uit een vergaderzaal, kapel en schietbanen. Deze “gildenkamer “ was gelegen in de Vlamingendam, op de plaats waar zich nu de Rijksnormaalschool bevindt.  Enkel de toren herinnert ons nu nog aan dit gebouw. Daar zetelde het “Oud Hof “.

Door het grote aantal schutters zag men zich genoodzaakt de gilde te splitsen in een “Oud Hof “ en een “Jong Hof “. Het Jong Hof vestigde zich in de Sint-Jorisstraat, waar dit huis zich nu nog bevindt.Ieder jaar wordt er naar een “erevogel “ of “papegaai “ geschoten, een schieting die de naam “koning - of sireschieting “ kreeg.

Deze plechtigheid wordt voorafgegaan door het bijwonen van een misviering met alle schutters in volledige uitrusting. Een feestmaal sluit de dag af.                                                                                                                               

Omwille van de vele diensten die de kruisboogschutters aan stad en land bewezen, werden ze door de magistraat en vorst met gunsten en voorrechten overladen. De prins zelf wakkerde de prijsschietingen aan.  Teneinde het moreel van de gezellen hoog te houden, waren alle kansspelen verboden, maar er werden  prijzen aan de beste schutter geschonken. De Brugse  gildenbroeders waren vrijgesteld van stadswachten en andere diensten. Bepaalde tolgelden en belastingen dienden ze ook niet te betalen en aan de Sire werden daarenboven  speciale voorrechten verleend.                                                                                                                      

Overal waar  de belangen van  vorst of land het vereisten, trokken de Brugse Sint-Jorisgezellen mee op en volgens de oude kronieken werd hun tegenwoordigheid op het slagveld gemeld te Groeninge 1302 – Pevelenberg 1304 – Cassel 1328 – Doornik 1340 -Crécy 1346 – Oudenaarde – Dendermonde –Diksmuide –Ieper en Gent 1380 - Nevele 1381  -Beverhoutsveld - Westrozebeke 1382 – Damme 1385 – Sluis 1405 -Calais 1436 -Brustem 1467 -Bethume 1487 – en tijdens de Brabantse omwenteling in 1789 te Brugge.

Ze trokken niet alleen ten strijde, ook bezochten ze – en dit vooral sinds de ingebruikname van  vuurwapens – andere gilden. Zo ontstonden de regionale, interprovinciale en internationale schuttersfeesten. Bij deze schietspelen werden behalve de prijzen voor de beste schutter, ook beloningen uitgeloofd aan de gilde die van het verst kwam, het schoonst gekleed was, en de mooiste hofhouding hield .

Over het algemeen behaalde de Brugse gilde bij dergelijke uitstappen de prijs van het “schoonst inkomen” dit wil zeggen  van de grootste en mooiste stoet. De Brugse schutters namen deel aan deze tornooien of landjuwelen te Doornik 1394 – Mechelen 1404 – Oudenaarde 1408 – Veurne 1420 – Sluis 1424 – Sint-Omaars 1427 -  Eeklo 1428 -Gent 1440 -Damme 1447 -Roeselare 1450 -Kortrijk 1451 -Stavele 1454 -  enz.Zeer dikwijls veroverde ze bij deze kampen de mooiste prijzen, dankzij het kundig schieten. Bij hun terugkeer werden ze tegemoetgekomen door de Sint-Sebastiaansgilde en de Rederijkers die dan ter hunner eer een feest  inrichten. Het kruisboogschieten had destijds zo’n hoog aanzien, dat er quasi nergens een gemeente of stad te vinden was die geen gilde bezat.

                                                                                                                                          

Bekende confraters van de gilde waren: Jan Breydel – Maria van Eenen en Bremen – Jacob van de Beurse – Jan zonder Vrees – Filips de Goede – Karel de Stoute – Anselmus Adornes – Maximiliaan van Oostenrijk – Louis de Bruges – Philippus den Schoonen – Pieter Pourbus- Keizer Karel V – Albrecht en Isabella –Jacob van Oost – Karel de II van England – Hendrik Hertog van Gloucester Baron van Male – Christiaen van Caloen

– Joannes de Bisthoven – Ernest Leopold  - Pieter Iggnace de L’Espee – Maria Christina en Albert Casimir –Baron de Schietere de Lophem – Baron Jacques de Crombrugghe – Baron Adolphe de Vriére – Koning Leopold I en vervolgens vele Koningen, Koninginnen, Prinsen en Prinsessen van België waren lid of aanvaardden het Erelidmaatschap van de gilde

 

 DE GILDE OP VANDAAG.

Steeds hebben de Brugse gezellen het kruisboogschieten in ere gehouden. De gilde is nu één van de oudste van het land ( sinds 1302 ). Het ganse jaar door worden  schietingen gehouden. In de winter op een 20 meter doel, in de zomer op de 36 meter hoge pers

De gilde wordt geleid door de “Eed “ of het bestuur, voorgezeten door de Hoofdman. Buiten de competitie voor de kampioenstitel zijn er diverse prijsschietingen. De bijzondere feesten zijn: het Sint-Jorisfeest, de eedaflegging van de nieuwe leden, het Hammekensfeest, de kermisweek ingericht door de confraters en de jubilea feesten en wekelijkse prijsschietingen door de leden.

Het huidig gildendomein bevat: het prachtig schietterrein met de 36 meter hoge pers, de gildenkamer met doelbanen en de eedzaal met diverse kunststukken en archivalia.

 

De gilde bezit verder diverse juwelen zoals: een zilveren pijl, (waardigheidsteken van de Hoofdman); de breuken van de eed ; een breuk - en Sirevogel als eretekens van de Sire; een ceremoniestaf van de feestleider, enz.

Tevens is  een grote verzameling trofeeën en onderscheidingen aanwezig. Het archief omvat het Guldenboek met handtekeningen van alle Belgische vorsten, hoogwaardigheidsbekleders, enz.

Archivalia van de 19e eeuw  tot vandaag  berusten  in het gildenhuis; andere zeer waardevolle documenten en archieven  van de 15e tot de 18e eeuw bevinden zich  in het stadsarchief.

De gilde ontmoet U graag.  Een geleid bezoek kan, mits  een afspraak met het gildenhuis.Schietoefeningen en kampen gebeuren tijdens de winter   (van de 1e zondag van okt. tot 30 april) om 19u en dit op dinsdag , en tijdens de zomer  (van de 1e zondag van mei tot 30 september ) de dinsdag en vrijdag om 18u30. 


Adres

Hoofdgilde Sint-Joris Brugge vzw

Stijn Streuvelsstraat 59

8000 Brugge